Pagina's
- LAATSTE ARTIKELS
- WOORDENSCHAT DNT 2 VOORRONDE/RONDE 1/ RONDE 2
- WOORDENSCHAT DNT2 RONDE 3 / RONDE 4
- GRAMMATICA TWEEDE LEERJAAR
- OEFENINGEN TWEEDE LEERJAAR
- ONREGELMATIGE WERWOORDEN
- WOORDENSCHAT DNT3 MAP 1 / MAP 2
- WOORDENSCHAT MAP 3 EN MAP 4
- WOORDENSCHAT MAP 5 / MAP 6
- WOORDENSCHAT MAP 7 / MAP 8
- GRAMMATICA DERDE LEERJAAR
- OEFENINGEN DERDE LEERJAAR
- BOEKEN
- FILMS
- VIDEOS
Zoeken in deze blog
zaterdag 26 oktober 2013
3de A > immersie
1.Piet was 14 jaar en begon zich voor computers
....interesseren.
2.Zijn ouders hebben hem verboden uit .... gaan.
3.De man
ging uit de zetel....zitten.
4.Het
meisje zat op de bank naar haar vriend ...kijken.
5.Ik was
moe maar kon niet .....slapen.
6.Ze heeft
geprobeerd van huis weg ...lopen.
7.Heb je je huiswerk kunnen af....maken.
8.Henk
moest terug ...komen omdat hij vergeten had de voordeur dicht .... doen.
9.Kom eens
naast me ....zitten !
10.Toen ik
thuiskwam, was mijn vrouw bezig de was .....strijken.
11. Ben je
van plan met hem ....gaan....eten.
12.Mijn
grootvader was de hele tijd blijven...zitten zonder een woord ...zeggen.
13.Ik was
verplicht om 8u. thuis ...zijn.
14.Ik hoor
beneden iemand aan ...komen.
15.Het is
niet mogelijk in zulke omstandigheden ...kunnen...werken.
16.Die
vrouw kan haar gevoelens uitstekend .....verbergen.
17.Marc
bleef een tijdje in de stad rond...wandelen.
18.Had je
niets anders ...doen ?
19.Ik heb
horen ...zeggen dat je broer ziek was.
20.Hij wilde de naam van de moordenaar kennen.
Vul in met "om..te+infinitief" (de tweede hoofdzin wordt de infinitieven zin)
1.Het
is te laat : ze halen de trein.
2.het
spel duurt te lang : we kunnen het spel (niet) beeindigen.
3.Het regent te hart : ze werken buiten.
4.Ze belt misschien op : ze waarschuwt ons .
(waarschuwen : prévenir)
5.Het was te warm : we blijven buiten.
6.Ze gaan
met vakantie : ze willen een beetje uitrusten.
7.We hebben
geen tijd meer : we willen alles inpakken.
8.Het is nu dringend : ik praat eerst met hem.
9.Ze is te
ziek : ze wil opstaan.
10.Hij
heeft zijn fiets genomen : hij wil naar huis gaan.
DOUBLE INFINITIF
(TRADUCTIONS)
1.Ils sont tous venus aider la vieille dame.
2.Je les ai entendu parler toute la nuit.
3.Je n’ai pas voulu lui demander s’il venait demain.
4.j’ai fait venir le docteur hier.
5.Elle était en train de dresser la table quand son mari
entra.
6.Elle était assise en train de lire
7.J’ai l’intention de lui dire que son père est venu me
voir.
8.J’ai appris à conduire avec cette voiture-ci.
9.Trouverais-tu du temps pour m’apprendre à danser ?
10.Il m’a aidé à traduire cette lettre.
Abonneren op:
Posts (Atom)